Checklist 2: Een uitnodigende set randvoorwaarden 

Checklist 2: Een uitnodigende set randvoorwaarden 

De overheid kan door het stellen van duidelijke randvoorwaarden van grote betekenis zijn in de ontwikkeling naar een circulair gebouwde omgeving. Marktpartijen concurreren met elkaar en zoeken winstoptimalisatie binnen de kaders van de regels. Door kaders op te stellen die uitgaan van circulariteit, bewegen we ons als maatschappij automatisch die richting op. Het definiëren van werkbare die kaders is een hele uitdaging. Zoek daarom wederom de verbinding met stakeholders. 

  • Zijn er uitdagende kaders en voorwaarden voor circulaire bouw gesteld bij ontwikkelplannen en gronduitgiftes? 

Worden (markt)partijen al standaard geprikkeld om tot maatschappelijke innovaties te komen bij alle potentiële ontwikkelplannen? Neem in het sturen op de maatschappelijke impact van een project ook de circulaire waarde van een plan mee. Stel hier harde, meetbare kaders voor op, maar laat deze ook uitnodigen om te innoveren. 

Stel bijvoorbeeld een maximum CO2-budget vast per te bouwen woning. Uit onderzoek van Duurzaam Gebouwd blijkt dat bij de bouw van de gemiddelde nieuwbouwwoning 330 kilo CO2 per vierkante meter wordt uitgestoten door de productie van bouwmaterialen (inclusief winning van grondstoffen), activiteiten op de bouwplaats en transport van bouwmaterialen. Om de klimaatdoelstellingen tot 2030 te halen is berekend dat de uitstoot moet afnemen tot ongeveer 200 kilo per vierkante meter woning. Dit kan bereikt worden door het gebruik van hernieuwbare (biobased) materialen en het verminderen van het gebruik of hergebruiken van primaire grondstoffen. Het is vervolgens aan de ontwikkelaar hoe deze de harde CO2 eis wenst in te vullen.

  • Is een circulair, klimaatbestendig en natuurinclusief ontwerp al een standaard voorwaarde in omgevingsvisie en vergunningen? 

Heeft jouw gemeente al een visie geformuleerd op groene en klimaatbestendige openbare ruimtes? Het is waardevol om op deze manier bijvoorbeeld de verharding van tuinen en buitenruimtes met het oog op hittestress, biodiversiteit, waterberging en een gezonde, groene leefomgeving tegen te gaan. Uit onderzoek blijkt dat bedrijventerreinen vaak onnodig verhard worden en daardoor een sterk hitte-eilandeffect8 veroorzaken voor hun omgeving en de warmste plekken van Nederland zijn9. 

Wist je dat het mogelijk is om in de omgevingsvisie een minimumpercentage ‘groen’ of ‘tuin’ op te nemen in het kader van gebiedsontwikkeling? Specifieke eisen over gedeelde publieke ruimtes en tuinbestemming kunnen zelfs in het bestemmingsplan worden opgenomen.  

  • Wordt er ingezet op gedeeld gebruik?  

Circulariteit gaat uit van een reductie aan nodige grondstoffen, middelen en dus ook ruimte. Is er al eens overwogen om kaderstellende parkeernormen in het bestemmingsplan te gebruiken om bijvoorbeeld deelmobiliteit of logistieke samenwerking aan te jagen? In zowel de omgevingsvisie als beleidskaders en vestigingsvoorwaarden zijn hier mogelijkheden voor. 

Welke mogelijkheden zijn er binnen het project om middelen efficiënter te benutten en sociale cohesie te versterken? Bijvoorbeeld door ruimte, mobiliteit, apparatuur, groen of beheer te delen of actief deel te nemen in een buurtcoöperatie? Maar denk bijvoorbeeld ook aan scholen of gebruikers van andere grote panden die ruimtes beschikbaar stellen voor ZZP’ers, muzieklessen of energiecoöperaties. 

Voer een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) uit om te controleren of bouwplannen en uitbreiding wel écht een positief effect sorteert op de maatschappij

Brede welvaart in de praktijk?

Beilen – Dierenweide Stroomdal stelt samen met Landschapsbeheer Drenthe hun tuingereedschap beschikbaar aan buurtbewoners. Een mooi en praktisch voorbeeld van functieverbreding en brede welvaart in concrete projecten. Ook woningcoöperaties stellen steeds vaker gereedschap centraal beschikbaar voor hun bewoners.

Assen – Groencentrum Arbo stelt haar bedrijfslocatie beschikbaar aan leden van Herenboerencoöperatie om de oogst op te slaan en te distribueren.

En zo zijn nog veel meer voorbeelden. Deze lijst zal de komende tijd worden uitgebreid.

  • Wordt er gestuurd op materiaalgebruik via bouwnormering? 

Wist je dat je via een strengere milieuprestatie voor gebouwen (MPG) als gemeente invloed kan uitoefenen op bouwtechnische circulariteit? Hoewel het niet mogelijk is om directe regels voor specifiek materiaalgebruik bijvoorbeeld op te nemen in het bestemmingsplan of de omgevingsvisie is deze alomvattende norm daarin al wel sturend. 

  • Is een neutrale tot positieve impact op de leefomgeving een uitgangspunt bij bouwprojecten? 

In een circulaire samenleving streven we ernaar dat nieuwe activiteiten geen belasting vormen op de omgeving of zelfs bijdragen aan een rijkere samenleving. Een nieuwe wijk, appartementencomplex of bedrijventerrein zorgt vaak voor extra druk op de omliggende omgeving en natuur. Denk aan vervoersbewegingen, verlichting, geluid en uitstoot. Maar het is het ook mogelijk om met een ontwikkeling juist meerwaarde voor de omgeving te creëren. Zorgt jouw gemeente er voor dat nieuwe projecten meerwaarde voor natuur en landschap creëren? Of dat in ieder geval de impact op de natuur en omgeving zo klein mogelijk is en deze negatieve effecten gecompenseerd worden? Neem hiervoor sturende regels op in de omgevingsvisie. Denk bijvoorbeeld aan een directe koppeling met beleidsdoelen gericht op stilte, donkerte of stikstof en CO2 

Meer weten of van gedachten wisselen?