Nieuw rapport biedt goede basis voor aanpak stikstofprobleem

25 oktober 2019

Nieuw rapport biedt goede basis voor aanpak stikstofprobleem

De chaos rond de stikstofproblematiek leek de afgelopen weken compleet. Positief is daarom dat Wageningen Environmental Research in opdracht van het Wereld Natuur Fonds een verrassend helder rapport ‘Inzichten stikstofdepositie op natuur’ heeft geschreven. Het rapport geeft niet alleen inzicht in de omvang van het stikstofprobleem. Er is ook onderzocht welke maatregelen een bijdrage kunnen leveren aan de oplossing. In de landbouw is een mix aan maatregelen nodig, zo concluderen de onderzoekers. Voor ons biedt het rapport een goede basis voor verder overleg over aanpak van het stikstofprobleem.

Het onderzoeksrapport geeft goed inzicht in de enorme opgave waarvoor we in Nederland staan. In Nederland bedraagt de gemiddelde stikstofdepositie op stikstofgevoelige natuur bijna 1.600 mol N/ha/jr. In Drenthe is dit gemiddeld ruim 1.500 mol N/ha/jr. Voor de meeste habitattypen ligt de kritische depositiewaarde (KDW)[1] tussen de 700 en 1.500 mol/ha/jr. Maar voor de meest gevoelige habitattypen, zoals bepaalde vennen en hoogveen, ligt de KDW tussen de 400 en 700 mol/ha/jr. In Drenthe komen deze habitattypen bijvoorbeeld in het Dwingelderveld en het Fochteloërveen voor.

Bronnen stikstofdepositie

Uit het onderzoeksrapport blijkt dat emissies uit de landbouw gemiddeld de grootste bijdrage leveren aan de stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden. Naast de uitstoot uit Nederlandse bronnen, 42% uit landbouw en 20% uit overige bronnen, komt er ook veel stikstof (30%) uit het buitenland. Maar een nog groter deel van de Nederlandse emissie komt weer in het buitenland terecht. Voor de stikstofdepositie geldt dat Nederland ruim 3 tot 4 keer zo veel exporteert als het van het buitenland ontvangt.

Landbouw

Om de emissie van de landbouw omlaag te brengen zijn er drie sporen te volgen:

  1. Inzet van technische en managementmaatregelen, zoals emissiearme stallen, veevoer- en mestmaatregelen
  2. Transitie naar kringloop- en natuurinclusieve landbouw
  3. Sanering van veehouderijbedrijven via een gebiedsgerichte aanpak

De onderzoekers concluderen dat er in de landbouw enorme inspanningen nodig zijn. Waarschijnlijk is een mix van maatregelen nodig om een wezenlijke reductie in de stikstofemissie te bereiken. Geen van de sporen alleen geeft garantie om de reductieopgave voor de landbouw te realiseren. Bovendien is een lokale aanpak ontoereikend, aangezien gemiddeld (voor alle provincies) ongeveer 45% van de stikstofdepositie van de landbouw van buiten de eigen provincie komt.

Verkeer, vervoer en industrie

Om een forse reductie van de stikstofdepositie op de natuur te realiseren zijn emissiereducties in alle sectoren van belang, aldus het rapport. Ook in andere sectoren zullen dus maatregelen genomen moeten worden. Emissiebronnen zoals verkeer en vervoer, industrie en de bronnen in het buitenland leveren een wezenlijke bijdrage aan de stikstofdepositie.

De onderzoekers benadrukken dat de verschillen per regio en per Natura 2000- gebied groot zijn. Daarom is het zinvol voor een gerichte gebiedsgerichte aanpak nader onderzoek te doen naar de bijdrage van de landbouw en andere sectoren aan de stikstofdepositie op de stikstofgevoelige natuur in de Natura 2000-gebieden. Daarbij kan een gebiedsgerichte aanpak niet alleen bijdragen aan reductie van de stikstofdepositie, maar ook aan andere opgaven, zoals de klimaat- en wateropgave.

[1] Grens voor stikstofdepositie waarboven het risico niet kan worden uitgesloten dat de natuurkwaliteit wordt aangetast.

Foto’s: Saxifraga – Hans Dekker.