Energietuin Assen-Zuid: vergroting van biodiversiteit kost niks extra

1 november 2021

Energietuin Assen-Zuid: vergroting van biodiversiteit kost niks extra

Samen met onze partners zijn we hard op weg een van de eerste Energietuinen van Nederland te realiseren in Assen-Zuid. Onlangs lanceerden we een e-magazine over de aspecten van een Energietuin en wat het concept zo bijzonder maakt. De komende weken publiceren we artikelen uit het magazine, om de vuistregels van de Energietuin uit te lichten. Dit keer vuistregel 4: natuur krijgt de ruimte.

Remi van Beekum is een communicatieprofessional, innovator, blogger en auteur. Samen met vrouw en kind woont hij in Eext, waar hij een voedselbos en permacultuurtuin heeft ontwikkeld, de Hommelgaard. Hij publiceert en presenteert regelmatig over ontwerpen voor insecten op basis van de bloeiboog. Voor de Energietuin Assen-Zuid maakte hij een beplantingsschema.

Waarom is dat beplantingsschema zo belangrijk?

Ik vind dat we die grond meerdere functies moeten geven. Vergroting van de biodiversiteit hoeft vaak niet veel meer te kosten als er vooraf goed over nagedacht wordt. Een struweel met flink wat stekelige planten is bijvoorbeeld goedkoper dan een hek. Door goed na te denken over de mix aan planten in zo’n struweel, kun je meer insecten  aantrekken en die vormen weer voeding voor vogels, vleermuizen, kikkers en andere dieren. Een goed beplantingsschema waarin inheemse soorten uit de streek centraal staan helpt daarbij.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Wat was de grootste uitdaging van de beplanting in het gebied?

In de Energietuin Assen-Zuid willen we niet alleen de biodiversiteit vergroten. Maar tegelijk ook een park maken waar bezoekers in elk van de zeven onderdelen van het park een andere beleving krijgen. Op de ene kavel staan bijen en vlinders centraal, in een andere vogels en weer een andere kikkers en padden. De uitdaging zat er onder andere in om de zeven kavels voldoende van elkaar te laten verschillen en tegelijk ook een geheel te laten vormen.

Wat vind jij een bijzonder element in de beplanting?

Het meest bijzonder vind ik de struwelen met walletjes rond de vier kavels in de noordzijde van het park. Die oude walletjes zijn lang geleden ontstaan doordat slootjes werden gegraven en het zand ernaast op een walletje te leggen. Op een paar meter van elkaar zie je daar nu hoogteverschillen, verschillen in vochtigheid en verschillen in warmte.

Door al die verschillen zijn er ook veel verschillende soorten planten en dieren die zich er thuis voelen. Een mooi gebiedje waar we zo min mogelijk aan willen doen en wat als inspiratie dient in de rest van het park.

Wat is er straks aan onderhoud te verwachten?

Rond veel kavels zullen we struwelen en wilde hagen aanplanten. Daar bestaat het onderhoud uit het eens in de 7 jaar ‘terugzetten’ van (een deel van) de planten. Verder hoeft daar niet veel te gebeuren. Tussen de panelen ligt meer werk. We willen daar de stikstofrijke bovenlaag die vooral enkele soorten gras, brandnetels en fluitenkruid aantrekt geleidelijk omvormen door een schralere bovenlaag die een veel groter aantal grassen en kruiden aantrekt en daarmee veel meer leven ondersteunt. De eerste jaren betekent dat meerdere keren per jaar maaien en afvoeren. Daarna zullen we dat jaarlijks doen.

Vragen?