Emile bouwde aan een circulair Drenthe: “Als mensen kunnen we veel leren van het bos”
17 december 2024
Emile bouwde aan een circulair Drenthe: “Als mensen kunnen we veel leren van het bos”
Emile heeft zich de afgelopen 8 jaar bij de NMF Drenthe ingezet om onze provincie circulair te maken. We vroegen deze groene econoom naar zijn trotse momenten, zijn laatste adviezen voor zijn vertrek bij de NMF Drenthe én naar zijn liefde voor het bos.
Emile, hoe ben je dat eigenlijk geworden: een groene econoom?
“Nou, niet van de ene op de andere dag kan ik je vertellen. Op de middelbare school had ik 3 favoriete vakken: economie, geschiedenis en biologie. Ik ben toen economie gaan studeren, maar wilde na een jaar eigenlijk stoppen, omdat ik erg gefrustreerd was geraakt. Alles was gericht op groei. Ik ben toen veel in het bos gaan lopen. Dat inspireerde me om door te gaan met mijn studie, maar me meer te richten op ecologie door allerlei bijvakken te gaan doen.”
Op kantoor liep je ook al bijna dagelijks even het Asserbos in. Heb jij iets met bos?
“Zeker! Ik hou van bomen, ik hou van het bos. Het tempo in een bos is laag, en heel veel soorten werken er met elkaar samen: van het mycelium onder de grond tot de mossen en de bomen. Volgens mij kunnen we daar als mensen veel van leren. Er gebeurt zo veel, er leeft zo veel en alles is met elkaar verbonden.”
En wat zouden wij van het bos kunnen leren volgens jou?
“Ik vind het bos een metafoor voor hoe we meer circulair zouden kunnen leven. Er bestaat een beeld dat er veel competitie is in de natuur, maar er is juist veel samenwerking. Een naaldboom en een loofboom geven op een ander moment voedingsstoffen terug aan de wereld. Ze helpen elkaar. Zo zouden wij ook onze grondstoffen kunnen delen. Of denk aan bedrijventerreinen of woonwijken. Als je die anders organiseert dan kun je veel meer samen doen.”
Zijn er al plekken in Drenthe waar we op die manier leven?
“Nog niet helemaal, maar er gebeurt wel steeds meer! Een mooi voorbeeld is het initiatief ‘Rensenpark Deelt’ in Emmen. Bewoners hebben daar samen van alles neergezet: een buurtmoestuin, een zadenbibliotheek en een deelauto. Er zit daar erg veel drive om meer te delen.”
En de Drentse bedrijven, worden die al langzaam circulair?
“Er zijn zeker steeds meer Drentse ondernemers die aan de slag gaan met dingen anders organiseren. Ze vinden het vaak heel leuk om iets te doen voor hun omgeving, maar weten meestal niet waar ze kunnen beginnen. Het afgelopen jaar heb ik daar een tool voor gemaakt: de verweven waardescans. Daarin kijken we veel breder en er zijn veel mooie resultaten uitgekomen! In de scan nemen we bijvoorbeeld ook de ecologie mee om te zien hoe bedrijven een positieve impact kunnen hebben op de natuur. Daar is nog veel winst te behalen.”
Wat zou je ons willen meegeven voor de toekomst?
“Om het bos nog eens als metafoor te gebruiken: volgens mij is er veel meer mycelium nodig! Er zijn steeds meer lokale groepen en partijen die dingen gaan doen op circulair gebied, zoals deelgroepen. Maar zij zijn vaak nog op zichzelf bezig, er is nog geen verbonden netwerk. Er is een partij nodig die de linkjes weet te leggen en die initiatieven een start- of overlevingspakketje geeft om te beginnen. Volgens mij liggen daar zeker kansen de komende jaren.”
En wat ga jij nu doen? In het bos wonen?
“Ja, dat is wel het plan! Volgend jaar vertrek ik naar Noorwegen om daar op kleine schaal zo circulair mogelijk te leven. Dat betekent bijvoorbeeld een klein huis met weinig spullen, ons eigen voedsel verbouwen, maar ook lokaal van alles delen. En natuurlijk meer samenleven met de natuur en het bos. Terug naar de roots.”
Meer weten over circulair Drenthe of zelf aan de slag in jouw buurt?
Alle hens aan dek voor de circulaire economie
De noodzaak is onbetwist. Sommige essentiële grondstoffen, zoals zeldzame aardmetalen, raken steeds schaarser. Onze levensstijl en consumptiepatroon hebben een veel te grote voetafdruk. Zo is de bouwsector verantwoordelijk voor maar liefst 50% van het grondstoffenverbruik en 35% van onze CO2-productie. Daarnaast zijn we steeds afhankelijker van buitenlandse invoer, waarbij de winning vaak gepaard gaat met misstanden. Het is daarom cruciaal om maximaal in te zetten op een circulaire economie en samenleving. Zowel op Europees als nationaal niveau zijn er inmiddels ambitieuze doelen opgesteld.
Maar de praktijk is weerbarstig. De trend is dat we juist méér grondstoffen consumeren, gebruiken en verspillen, terwijl onze afhankelijkheid van buitenlandse bronnen toeneemt. Ook regionaal staan circulaire initiatieven onder druk. Circulaire recyclebedrijven in Emmen en Assen hebben het zwaar of vallen zelfs om. De circulaire Drentse aanjagersorganisatie NICE is failliet gegaan, en ook veel nieuwe initiatieven hebben moeite om te overleven.
Is er dan alleen maar slecht nieuws? Zeker niet. De circulaire economie is namelijk allang volwassen geworden. Veel technieken en aanpakken zijn inmiddels goed opschaalbaar, mits de juiste randvoorwaarden worden gesteld. Bovendien groeit in de samenleving de weerstand tegen overconsumptie en wint de brede-welvaartbenadering als uitgangspunt voor een nieuwe economie steeds meer terrein.
Het is daarom hoog tijd de politieke alarmbel te luiden. Het is tijd voor een doorbraakstrategie. Stop met pappen en nathouden, zet de schouders eronder en werk samen aan een duurzame toekomst!