

Zoeken
13 december 2016
12 december 2016- Zonnepanelen doen lang niet altijd recht aan het huis waar ze op zijn geschroefd. Soms zegt de welstand zelfs ‘nee’. Zonneceldakpannen zijn niet van ‘gewone’ te onderscheiden. Dakpannen dus, die zonlicht omzetten in elektriciteit, met behoud van het karakter van de woning. Het huis aan de Kijlstraat 30 in 2e Exloërmond beleeft vandaag de noordelijke primeur. Daar worden de eerste pannen van deze nieuwe generatie gelegd door Groenewold Bouw in Stadskanaal.
Peter Groenewold (inderdaad, zijn zus Renate kan een aardig stukje schaatsen en werkt inmiddels een dag per week in het familiebedrijf) en Arnold Wubbels van leverancier BMN in Stadskanaal zijn razend enthousiast. ,,Veel klanten willen zelf energie opwekken, maar zien zonnepanelen als een noodzakelijk kwaad. Huizen worden er bepaald niet mooier van en in veel beschermde dorpsgezichten wordt het plaatsen van deze panelen door de welstand zelfs verboden’’, zegt Groenewold. ,,Het is ook nodig’’, weet Wubbels, ,,want in 2050 moet Nederland klimaatneutraal zijn.’’
De mannen verwachten veel van de door Zep BV in Urk geproduceerde (en gepatenteerde) dakpannen. ,,Voor elke nieuwbouwwoning geldt tegenwoordig een zogeheten EPC, waarin de energieprestaties van de woning zijn vastgelegd. Dan kom je al snel bij de zonnepanelen uit, maar mensen vinden die vaak niet mooi op hun huis. Voor deze mensen zijn zonneceldakpannen een mooi en goed alternatief.’’ Wubbels: ,,Het verschil tussen gewone pannen en zonnecelpannen is echt niet te zien.’’
Ook van dichtbij moet je goed kijken om het verschil met een gewone pan te ontdekken. Twee stekkertjes aan de achterzijde verraden dat het niet om een alledaagse sneldekker gaat. De zonnecel, die op de dakpan is geplakt, heeft namelijk dezelfde kleur als de pan zelf. Wubbels: ,,Voorlopig zijn er drie kleuren: oud-rood, glanzend zwart en mat zwart. Zep geeft de garantie dat deze pannen na 30 jaar nog 80 procent rendement leveren. En de kit is dezelfde lijm die in Amerika wordt gebruikt om ramen in wolkenkrabbers vast te plakken. Die laat dus echt niet los, ook niet na 30 jaar.’’
Groenewold en Wubbels stellen dat de dakpannen per vierkante meter zonnecel gemiddeld net zoveel vermogen leveren als de zonnepanelen. ,,De kosten liggen iets hoger, ik schat zo’n 10 tot 15 procent. Maar daar staat tegenover dat mensen geen ontsierende panelen op het dak hoeven te hebben en dat bewoners van karakteristieke panden ook zelf energie kunnen opwekken. En ik zie ook dat een oud dak wordt voorzien van zonnepanelen. Op een gegeven moment moet het dak worden vernieuwd en moeten de panelen er dus weer af. Heb je dubbele kosten. Met de zonneceldakpan sla je twee vliegen in één klap’’, zegt Groenewold. Wubbels: ,,Ook een investering in zonneceldakpannen verdien je op een zeker moment terug.’’
Met speels gemak lepelen Groenewold en Wubbels nog een voordeel op ten opzichte van zonnepanelen. ,,Bij brand kan de brandweer gewoon zijn werk doen. Liggen er panelen op het dak, mogen ze niet blussen. Gevaar voor elektrocutie. Het systeem met zonneceldakpannen schakelt automatisch over naar zwakstroom. Ongevaarlijk dus.’’
In alle vroegte is vanmorgen begonnen met het leggen van de eerste zonneceldakpannen in het Noorden. ,,Er is zeker belangstelling, want het tweede project zit al in de planning’’, lacht Groenewold.
Bron: Dagblad van het Noorden, door Jon van Schilt.