

Zoeken
21 februari 2012
De recente overeenstemming die het Interprovinciaal Overleg (IPO) en het Rijk hebben bereikt over het natuurakkoord, is voor Drenthe geen aanleiding om het akkoord alsnog te tekenen. Wel stellen Gedeputeerde Staten voor om de lange impasse in dit beleid te doorbreken en met de beschikbare (schaarse) middelen het beleid weer op gang te brengen.
De Drentse natuurorganisaties kunnen deze Drentse inzet onderschrijven. Aangezien het kabinet geen krimp geeft en de meerderheid van de provincies daarmee instemt, is het nu zaak ervoor te zorgen dat de provincies binnen de gegeven slechte omstandigheden zelf een zo goed mogelijk natuur- en landschapsbeleid overeind houden.
Voor Drenthe is een eerste belangrijke randvoorwaarde daarbij dat de provincie het bedrag van de eerder aangegane verplichtingen (zo’n 42 miljoen euro) voor het natuur- en landschapsbeleid alsnog vergoed krijgt. Daarnaast zal Drenthe – gezien het relatief grote oppervlakte natuur – ook voldoende middelen voor het beheer uit de nu landelijke beschikbaar gestelde middelen moeten krijgen (zo’n 14 à 16 miljoen euro per jaar).
Provinciale investering
Het Rijk heeft veel te weinig middelen beschikbaar gesteld voor het totale pakket aan taken. Veel zal daarom nu afhangen van de vraag hoeveel de provincies zelf gaan investeren in het natuur- en landschapsbeleid. Binnen de provincies bestaan er daarbij grote verschillen in ‘rijkdom’. Drenthe is een relatief kleine provincie met veel natuur en weinig eigen vermogen. Voor Drenthe is de solidariteit binnen het IPO, de samenwerkende provincies, daarom nu van doorslaggevend belang. Hoe dit nu gaat uitpakken zal de komende maanden blijken.
Eén ding is al wel duidelijk. Voor de verdere ontwikkeling van het platteland zullen er vanuit het Rijk en de andere provincies de komende tijd geen middelen beschikbaar komen. Het Drentse plattelandsbeleid dreigt daardoor in een volledige impasse te raken.
De groene organisaties hebben Provinciale Staten daarom opgeroepen om zelf voldoende middelen hiervoor beschikbaar te stellen, zodat de groene plattelandsontwikkeling kan worden voortgezet. Dit dient niet alleen in het belang van de natuur en het landschap, maar ook in het belang van recreatie, landbouw en de wateropgave. Met de inzet van provinciale middelen kunnen ook de verdere investeringen van andere partners op gang worden gehouden.
Internationale natuurafspraken
De provincies hebben verder met het Rijk afgesproken dat in 2016 het beleid zal worden geëvalueerd. Dan zal worden nagegaan of met dit beleid de internationale natuurafspraken worden gehaald. Het antwoord op die vraag is nu al overduidelijk. Het Rijk zal door Europa op het matje worden geroepen. Maar dat mag voor de provincies geen aanleiding zijn om de komende jaren stil te gaan zitten. De natuur holt nog steeds achteruit en door de decentralisatie zijn de provincies daarvoor nu vol aan zet
Meer informatie
Lees hier: