Werkplaats Voedselbossen op bezoek bij blogger en deelnemer Remi van Beekum

29 april 2019

Werkplaats Voedselbossen op bezoek bij blogger en deelnemer Remi van Beekum

De zomer zit in de lucht, op de warme woensdagavond 24 april jongstleden reisden de deelnemers van de werkplaats Voedselbossen Noord Nederland af naar Eext. Daar staat het huis van Remi van Beekum en zijn vrouw Cecile dat zij in de zomer van 2018 kochten. In hun tuin leggen zij een waar ‘eetbaar’ paradijsje aan.

De 1600 vierkante meter grond die achter het huis ligt wordt op basis van de permacultuur principes ingericht. Het meeste is nog maar net aangeplant, dus we moeten oppassen waar we lopen. Het voedselbos is het grootste en meest zichtbare deelproject binnen de inrichting van de tuin. Maar ze hebben ook een moestuin met kas, willen het huis verduurzamen en delen kennis via hun blog www.eigenwijsblij.nl.

Energielek van belang bij ontwerp
Om tot een goed ontwerp te komen, vertelt Remi, moet je zogenaamde energielekken in kaart brengen. Energielekken zijn de stromen die het project in of uitgaan. Denk aan zonnestralen en regendruppels die binnenkomen, maar ook het hemelwater dat het riool instroomt of de wind die waait. Maar ook geluiden, mensen en dieren kunnen energielekken vormen. Sommige zou je als goed of slecht kunnen beschouwen. Meestal zijn ze neutraal en moet je ze in kaart brengen om goed te kunnen ontwerpen.

Indeling in zones
Het ontwerp wordt ingericht op basis van een aantal zones. Remi: “Ontwerp in zones op basis van waar je veel bent. Want als je ergens vaker bent is het makkelijker in de gaten te houden. Wat je vaak nodig hebt wil je dichtbij hebben. Een boom waar je eens per jaar komt om te oogsten kan best achterin staan.” De zones die Remi aanduidt zijn de volgende: zone 0 is het huis, zone 1 is de kruidentuin, moestuin met eenjarigen, kippen, compost en het speelveldje, zone 2 is de tweede moestuin voor planten met minder aandacht, veranda, kas en het eerste deel van het voedselbos; zone 3 en 4 zijn het voedselbos en zone 5 is wilde natuur.

Windsingel met meerdere functies
Aan de zuidkant van het perceel heeft Remi een windsingel aangeplant. Deze is primair bedoeld om de wind tegen te houden, maar elke plant heeft meerdere functies. De belangrijkste is de bloeiboog. Remi: “Een deel van de planten is gekozen op bloeimoment. Denk aan de gele kornoelje die heel vroeg bloeit, sleedoorn, krent. En de vuilboom die heel lang bloeit. Dit hebben we gekozen zodat we altijd voeding voor insecten hebben. Veel planten zijn ook eetbaar voor ons of vogels. In een haag plant je erg dicht op elkaar om snel goede winddichtheid te krijgen. Maar dan heb je risico dat planten elkaar weg concurreren. Als je alles door elkaar zet zouden bepaalde soorten het niet kunnen redden en werkt de bloeiboog niet meer. Vandaar dat ik in groepjes heb geplant. Als er dan wat uitval is, weet ik zeker dat van elke soort een deel het zal redden.” Verder heeft Remi geselecteerd op grootte. De planten moeten niet al te hoog worden, want dat zorgt voor veel schaduw.

Grond
De grond op het perceel van Remi is zuur en arm. Dat komt door de eiken die de grond verzuren, Remi koos ervoor om een deel zuur te laten en een deel te voorzien van een bescheiden dosis zeeschelpenkalk – én een deel van een flinke dosis zeeschelpenkalk. Remi: “Zeeschelpenkalk wordt bij Noordzee gewonnen en heeft kleine impact in vergelijking met andere kalkbronnen. Door grove maling komt de kalk langzaam in een jaar of drie vrij zodat het bodemleven zich kan aanpassen. Hopelijk is het een eenmalige ingreep en kan ik de kalk daarna grotendeels op het land houden. Ook heb ik ervoor gekozen eenmalig lavagruis aan te voeren. Daarin zitten talloze mineralen die planten nodig hebben. Verder voeren we in het begin houtsnippers aan om de grond te verrijken. Met name rond bomen leg ik een dikke laag. Zo bouwen we daar snel humus op. Dat beschermt de jonge aanplant nu al tegen uitdroging. Ook na een droge periode is het onder de houtsnippers nog vochtig en zit het vol bodemleven.

Om op termijn zelf in organisch materiaal te voorzien, en bodemverbetering te doen zonder houtsnippers of ander organisch materiaal aan te voeren, planten we stikstofbinders en mineralenpompen aan die veel blad maken. Zoals smeerwortel – wat je bij veel fruitbomen zult zien staan. Als die gevestigd is, is het een bijenplant die flink diep wortelt en daar de grond losmaakt en mineralen uit diepe lagen omhoog haalt. Het blad groeit zo hard dat je het een keer of 3 per jaar kunt afsnijden om ter plekke te laten verteren tot compost. Ook staat er bij een deel van de fruitbomen lupine om dezelfde reden.”

Toekomst van het voedselbos
“Een voedselbos bestaat natuurlijk uit 5 tot 7 lagen. Op dit moment zie je hier vooral de kruin-, tussen- en struiklaag. Het is nu een fruitgaard, geen voedselbos. We hebben die eerste lagen in één seizoen aangeplant. De bodembedekkers en kruidlaag gaan we de aankomende jaren in fases doen. Die bodembedekkers hebben als primaire functie het gras weghouden en de bodem altijd bedekt houden. Vaak houden ze van schaduw en bosgrond en dat hebben we nog nauwelijks. Dus sommige van die bodembedekkers kunnen we pas aanplanten als de bomen en struiken meer schaduw geven. Maar een deel kan al wel. Elk jaar wil ik twee gebieden inpakken met worteldoek. Als dat een maand of drie à vier op het gras ligt is dat dood. Ondertussen vermeerderen we in de opkweekbak in de moestuin een bodembedekker. Dit jaar heb ik 20 vossenbessen gekocht (€ 75,-). Die wil ik door afleggen proberen te vermeerderen naar 60 tot 80 vossenbessen. In het najaar gaan die dan in het met worteldoek beschermde deel. Daar worden ze ruim geplant zodat ze ter plekke allemaal nog een keer afleggers kunnen maken. Zo heb ik misschien wel 200 vossenbessen die in dat deel de bodem bedekken. Het andere deel zaai ik in met een bodembedekker als oregano, citroenmelisse en daslook.”

Kas en moestuin

Een voedselbos levert de eerste jaren bijna niks op, aangezien Remi en zijn vrouw toch uit eigen tuin willen eten, hebben ze ook een moestuin en kas in aanbouw. De kas is mooi van vorm en wordt een dome, daar heeft de wind minder vat op. De kas helpt vooral het seizoen te verlengen en wat planten te kweken die het buiten in ons klimaat niet of minder doen.

Suntrap, insectenmuur en bloemenweide
Er is genoeg te zien bij Remi, zo is er nog een suntrap op het perceel, daar is -wanneer de zon schijnt- altijd zon en weinig wind en daarom is dit stukje geschikt voor mediterrane planten zoals de Paw Paw, de vijg, de kaki of de Chinese dadel. Daarnaast bouwt Remi nog een insectenmuur en worden er kruidenrijke bloemenmengsels ingezaaid om meer insecten aan te trekken. Kortom, de deelnemers van de werkplaats hebben weer van alles bij geleerd.

Meer weten?
Wil je meer weten over de afzonderlijke onderdelen van het voedselbos van Remi? Kijk dan voor de volledige blogs over de bloeiboog, de suntrap of over de eikenprocessierups op de blog van Remi (https://www.eigenwijsblij.nl/)!