

Zoeken
27 februari 2018
Interview Gangmakers on Tour – Circulair Drenthe, 27 februari 2018
Door: Margo Verhagen
Mijn eerste indruk? Een hippe ondernemer met duidelijk Drentse tongval. Hij heeft een flinke tas met ervaring – dat merk je meteen – en laat zich niet zo maar van zijn pad brengen. En hij is helemaal into de circulaire beweging, waar hij óók zijn boterham mee kan verdienen. Ontmoet Martin Smit: rasechte Gangmaker uit onze eigen regio…
Na een leven in de zakelijke dienstverlening inclusief de nodige commerciële successen, bedenkt Martin Smit dat er wellicht méér is. Meer voldoening voor hem, meer profijt voor zijn omgeving, meer betekenis. Geïnspireerd door zijn omgeving, het Hunzedal en daarbij de her-meandering van de Hunze zelf, slaat hij een nieuwe weg in met het bedrijf Hunesus dat hij start. Een adviesbureau vernoemd naar de oernaam van de Hunze dat bedrijven begeleidt in verduurzaming. Verduurzaming met een eigen methode die sterk geënt is op business modellen en ontwikkeling. Zijn gevoel betekenisvol te willen ondernemen werd nog eens flink aangewakkerd door de uitzending van Tegenlicht over Afval=Voedsel (2006).
Vanuit Noorden Duurzaam gaat Martin zich vervolgens inzetten voor de circulaire bitumenketen. In 2011 start onder zijn leiding Roof2Roof, een ketensamenwerking waarbij bitumen dakafval weer tot ‘nieuw’ dakbedekking wordt gemaakt. Inclusief een volledig gecontroleerd systeem voor inname en verwerking. Een bijzonder waardevolle kringloop, aangezien bitumen normaalgesproken uit een fossiele grondstof, namelijk aardolie, wordt gemaakt. De resultaten waren zo veelbelovend dat de asfaltindustrie het ook oppakte en er nóg een nieuwe keten ontstond: Roof2Road. Belangrijkste les; wanneer een last (waardeloos afval) een lust (waardevol product) wordt, dan trigger je een nieuw verdienmodel. In het proces wordt afval van bitumen zwaar gereduceerd, zijn er vrijwel geen nieuwe grondstoffen nodig en het gerecyclede product is kwalitatief minimaal even goed maar goedkoper. Inmiddels is het een volwaardige onderneming, waar in de keten ook gebouweigenaren en wegbeheerders van profiteren, evenals dakbedekkingsbedrijven, sloopbedrijven en wegenbouwers.
“Je moet groots durven denken en je idee dan weer in een klein concept gieten voor de uitvoering. Vervolgens ga je de keten opbouwen en groeien. Zo ontstaat versie 2.0 én 3.0”
Wanneer ik een beetje achtergrondonderzoek doe, vind ik dat hoogleraar Duurzaam Ondernemen Jan Jonker (Neerlands’ goeroe op gebied van circulaire businessmodellen) Roof2Roof stelselmatig als goed voorbeeld van Circulair Ondernemen benoemt. In 2017 doet Jonker, met anderen, onderzoek naar huidige circulaire businessmodellen in Nederland. Oftewel hoeveel bedrijven telt Nederland nu die werkelijk circulair ondernemen, en hoe verdienen ze hun brood? Roof2Roof wordt als één van 100 voorbeeldbedrijven in Nederland genoemd in de publicatie die er uit volgt. Voorwaarde om als voorbeeld van ‘werkelijk circulaire onderneming’ te kunnen fungeren is dat de kringloop in kwestie ook een ‘business model’ is: Je moet er geld mee kunnen verdienen. En inderdaad: van een proefproject is Roof2Roof in drie jaar uitgegroeid tot een volwaardige onderneming met twee vestigingen (Borger en Almere).
Ik vraag Martin waar hij zich –zakelijk gezien – het meest betekenisvol door heeft gevoeld. Hij heeft de indruk dat hij het meest betekenisvol kan zijn wanneer hij bedrijven begeleidt, helpt duurzamer, bewuster, socialer te ondernemen. Hij heeft al veel ‘zaadjes geplant’ en daarbij ook een methode ontwikkeld om ze te laten groeien. Het meest betekenisvol voor de regio zou zijn icoonproject ‘WerkLokaal Borger’ (ook wel het Frisse Kantoor) kunnen worden. Martin schetst de ultieme gezonde werk- en ontmoetingsplek in een circulair gebouwd en ingericht pand, waar alles bij elkaar komt. Uniek in de regio en wellicht in Nederland. Ook in dit project is ketensamenwerking het vertrekpunt en zijn de uitgangspunten van de circulaire economie leidend. Tijdens het ontwerp van het gebouw zal al rekening worden gehouden met het demonteren en hergebruiken van alle producten en materialen.
Over circulaire bouwprojecten in onze regio die op dit moment in ontwikkeling zijn, leest u op de website van Natuur en Milieufederatie Drenthe, en bij wearenice.nl.
Martin heeft veel gedaan en veel van de grond gekregen, maar er is – vanzelfsprekend – ook veel niet gelukt. Dat hoort er ook bij. Hij ziet veel kansen, maar soms krijg je het toch niet van de grond, vaak door ‘externe factoren’. Het is een van de redenen waarom hij zelf is gaan ondernemen, zelf zijn eigen ideeën is gaan uitvoeren. Roof2Roof was een samenloop van zaken, een groepje duurzame ondernemers die door Martin Smit begeleid werden en allemaal vanuit hun eigen discipline met het oplossen van hetzelfde probleem bezig waren. Ketensamenwerking was de sleutel tot succes.
Een van de drempels die Martin identificeert in de circulaire ontwikkeling, is die van financiering: doordat de vernieuwing zo baanbrekend is, blijken de gebruikelijke financieringsstructuren hopeloos ‘ouderwets’; ze vragen om absolute zekerheden, zijn zeer risicomijdend en volgen strakke spreadsheets & checklists. Flexibele en adaptieve ondernemingen met betekenisvolle businessmodellen, waarbij terugverdientijden over een veel langere periode dan gebruikelijk worden gespreid, passen niet in deze structuren. En hier hebben we het niet alleen over banken, maar zelfs ‘eigentijdse bottom up financieringsmechanismes’ zoals crowdfunding gebruiken dezelfde risicoanalyses. Het karakter van het ondersteunende mechanisme staat dus haaks op dat van de gevraagde ontwikkeling.
En passant werd genoemd dat in circulair ondernemen vaak een verdienmodel gekozen wordt waarbij terugverdientijden veel langer zijn opgerekt. Ik vraag Martin wat hij hiermee bedoelt. “Normaalgesproken krijgt men in de bouw zijn inkomsten op het moment van oplevering. Echter in circulaire businessmodellen gaat de gebruiker betalen voor gebruik van het gebouw, en niet zozeer voor bezit. Dat betekent dus dat er niet met een eenmalige betaling overdracht van eigendom plaats vindt, maar dat er bijvoorbeeld maandelijks inkomsten zijn, zoals huur, die de gemaakte kosten gaan dekken over een veel langere termijn.” Maar hoe werkt dan dat principe ‘van bezit naar gebruik’ bij een gebouw? Is dat dan niet gewoon huren? “Ja, maar de rol van opdrachtgever en opdrachtnemer verandert. Je huurt in dit geval van de bouwer/ontwikkelaar. Het is in zijn eigen belang om in de ‘circulaire’ opzet al na te denken over hoe hij zijn gebouw tijdloos functioneel kan houden, en zo mogelijk de multi-functionaliteit ervan in het ontwerp meeneemt. Wanneer hij het namelijk adaptief en modulair (de- en remontabel) ontwerpt en bouwt kan het gebouw namelijk door relatief kleine ingrepen van functie veranderen wanneer de markt of sociaal-maatschappelijke veranderingen daarom vragen. Van school naar woonfunctie naar zorgcentrum naar kantoorfunctie etc. Hierdoor maakt hij het mogelijk om inkomsten te genereren over een hele lange periode. Naast de gebruiksfase dient de bouwer/ontwikkelaar in de ontwerpfase ook al rekening te houden met de demontage-/sloopfase. Van belang is dan om een gebouw zodanig te ontwerpen en bouwen dat de materialen na gebruik nog waarde hebben in de technische kringloop (herbruikbaar) of in de biologische kringloop (composteerbaar). Een gebouw is daarmee als het ware een magazijn vol waardevolle grondstoffen en materialen.”
Kijk ook op de website van MVO Nederland voor een goed overzicht “In 4 stappen circulair (ver)bouwen”
Bovenstaande zijn alle aspecten van circulair bouwen. Duurzame bouw (DuBo) ging altijd alléén over energie. Volgens Martin was dat te eenzijdig. De circulaire aanpak is veel omvattender en energie heeft daarbinnen nog steeds een prominente plek. De circulaire aanpak is wat Martin betreft veel meer in balans. Toch gaat het hem niet ver genoeg. Wat momenteel circulair bouwen wordt genoemd is eigenlijk ‘DuBo 2.0’, terwijl ‘CiBo 1.0’ nog uitgevonden moet worden. Het gaat nog niet ver genoeg. Er zou veel meer vanuit de mens en de lokale omgeving ontwikkeld en gebouwd moeten worden waarbij optimaal gebruik wordt gemaakt van lokale grondstoffen en ketens.
Wat hebben we dan nodig om wél tot CiBo 1.0 te komen? Martin stelt voor om een kenniscentrum Circulaire Bouw neer te zetten, waarin open source geëxperimenteerd kan worden met onder andere verbindingstechnieken – éssentieel voor de- en remontabel bouwen. Voorbeelden hiervan zijn biologische lijmen en kitten, alternatieven voor PUR, plaatverbindingen, deuveltechnieken et cetera. En ook zou er aandacht geschonken kunnen worden aan ‘open bouw’, zodat er niet gebroken en gesloopt hoeft te worden wanneer iets vervangen moet worden. Bij open bouw blijven onderdelen met een verschillende gebruiks- en levensduur bereikbaar en worden niet weggewerkt. Ook dit is essentieel in de ontwikkeling van Circulaire Bouw.
Wil je meer weten over Baanbrekend (circulair) Bouwen? Klik dan door naar ‘Slopen is Oogsten’ op onze website. Over onze Gangmakers on Tour waarin ook Martin Smit het podium kreeg.
Dank je Martin, voor het boeiende gesprek!
Op naar de volgende Gangmakers on Tour: Aandeel in afvalloos, 15 maart…