

Zoeken
19 november 2013
Resultaten van de bijeenkomst Atelier Groener gras
In het noorden van het land, onder meer in Ruinerwold, staan drie grasdrogerijen die gras en luzerne van boerenbedrijven drogen tot veevoer. Die droging kost veel fossiele energie in de vorm van steenkool. De uitstoot van CO2 is daardoor relatief hoog. De grasdrogerij van Ruinerwold staat zelfs in de top tien van Drentse CO2 bronnen. De Natuur en Milieufederatie Drenthe vraagt daarom aandacht voor de noodzakelijke verduurzaming van deze grasverwerkers.
Op 13 november jongstleden organiseerden we in de melkfabriek in Bunne het Atelier Groener gras over het verduurzamen van de grasverwerking. Hiervoor waren de belangrijkste partijen uitgenodigd; zowel grasverwerkers, afnemers van gras, als vertegenwoordigers van de melkveehouders. Ook enkele onderzoekers, die onderzoek doen naar nieuwe verwerkingsmethoden, waren aanwezig. Op deze bijeenkomst stond de volgende vraag centraal: ‘Hoe kan de productie van voedergras worden verduurzaamd?
Professor Sanders van de Universiteit Wageningen schetste hoe de verduurzaming van grasdrogen er in toekomst uit zal moeten zien. Dirk Bruins, bestuurder van LTO, hield vervolgens een korte inleiding over het belang en de energieambities van de melkveehouderij. Hoe het er in de praktijk aan toegaat met grasraffinage op het boerenbedrijf, werd toegelicht door Gjalt de Haan van het bedrijf Grassa.
Raffinage
Professor Sanders schetste een toekomst waarin we de waarde van producten uit de landbouw beter benutten. In gras, maar ook in andere gewassen, zitten allerlei waardevolle voedingsstoffen. Deze kunnen er met nieuwe technieken uitgehaald worden en vervolgens gebruikt worden voor veel toepassingen: van eiwitrijk veevoer tot plastics. Dit heet raffinage. Volgens professor Sanders zou via raffinage zelfs de hele Nederlandse veestapel van eiwitrijk krachtvoer kunnen worden voorzien, dat afkomstig is van Nederlandse bodem. Deze nieuwe grasverwerkingstechnieken zouden daarmee een grote bijdrage kunnen leveren aan verduurzaming van de veehouderij.
De verwerking van gras via raffinage kost ook energie, maar veel minder dan bij de huidige vormen van grasdrogen. De potentiele financiële opbrengst van de verschillende producten uit de grasraffinage is vele malen hoger dan de huidige grasverwerking. Professor Sanders benadrukte dat raffinage wel slim moet worden georganiseerd, wil het voldoende opleveren. Het is belangrijk dat de verwerkingsbedrijven bij elkaar in de buurt staan, zodat restwarmte en restproducten van het ene bedrijf door het volgende bedrijf kunnen worden benut en de verliezen dus zo klein mogelijk zijn.
Toekomstige vormen van grasverwerking
De aanwezigen voerden vervolgens het gesprek over de toekomstige vormen van de grasverwerking. Er ging veel over tafel: van de noodzaak van grasdroging en levensvatbaarheid van de huidige grasdrogers, tot een heel ander soort verwerking. Een vorm van grasdroging zal nodig blijven, ook als je overstapt op raffinage van groenproducten. De huidige droogmethoden op kolenstook mogen de goedkoopste zijn, ze zijn zeker gedateerd.
Restwarmte
Er moet worden gezocht naar verwerkingsmethoden die aanzienlijk minder energie verbruiken en CO2 uitstoten. Gebruik van restwarmte zou daarbij een goed uitgangspunt kunnen zijn. Gebruik bijvoorbeeld de warmte die afkomstig is van de vuilverbrander van Attero in Wijster. Marco Kwak (van Attero) gaf aan hiervoor zeker kansen te zien. Belemmerende factor op dit moment zijn de lage energieprijzen. Die maken het moeilijk om het financiële plaatje rond te krijgen.
Hoe verder
Veel van betrokken partijen willen zich de komende tijd inzetten om in Drenthe initiatieven, voor de verduurzaming van de grasverwerking, van de grond te krijgen. Die initiatieven kunnen klein beginnen en langzaam worden opgeschaald. Nieuwe innovatieve vormen van grasverwerking sluiten aan op de ambities om de Noord-Nederlandse economie meer biobased te maken. Ook past het bij de energie- agenda van de melkveehouderij en bij de interesse en mogelijkheden van bedrijven als Grassa en Attero. Voor de provincies liggen hier mooie kansen voor een Green Deal. Wij gaan ons daar als natuur- en milieufederatie de komende tijd sterk voor maken.
Meer informatie
Lees hier het rapport ‘Groener drogen. Zijn er kansen voor groenvoerdroging met restwarmte?’ dat de Rijksuniversiteit Groningen heeft gemaakt in opdracht van de Natuur en Milieufederatie Drenthe (pdf).
Contactpersoon