Minder lichthinder melkveestallen

24 oktober 2011

Minder lichthinder melkveestallen

De opkomst van open melkveestallen, bedreigt de duisternis in Drenthe. In onze provincie verschijnen steeds meer moderne, open melkveestallen, die ’s avonds de omgeving ongewenst verlichten. Gelukkig zijn er mogelijkheden om lichthinder voor de omgeving te beperken. Belangrijk zijn daarbij het ontwerp van het melkveebedrijf, de positionering van de lampen en de gebruikte armaturen. De Natuur en Milieufederatie Drenthe blijft de sector stimuleren hiermee aan de slag te gaan.

De open melkveestallen die licht uitstralen zijn een relatief nieuw fenomeen in het landelijk gebied van Drenthe. Lucht en licht verhogen de melkproductie. Nieuwe melkveestallen, zoals serrestallen maar ook moderne ligboxenstallen, hebben daarom vaak zijwanden van doek dat open kan. Bovendien verlengen melkveehouders in de periode dat het vroeg donker is de daglengte kunstmatig met verlichting in de stal. Doorgaans houden melkveehouders een ritme van 16 uur licht en 8 uur donker aan. De openheid van de stal maakt dat ’s avonds het kunstlicht ook naar de omgeving uitstraalt.

Doordat er steeds meer van deze open stallen komen, neemt de verlichting in het nog relatief donkere Drentse buitengebied toe. Een ongewenste ontwikkeling, omdat duisternis één van de kernkwaliteiten van Drenthe is.

Maatregelen beperken lichthinder
De Natuur en Milieufederatie Groningen heeft samen met LTO Noord onderzoek gedaan naar maatregelen om lichtuitstoot van melkveestallen te voorkomen. Dit heeft geresulteerd in een aantal mogelijke oplossingen die de melkveehouder kan inzetten.

Ontwerp
Eén van de belangrijkste conclusies is dat bij het ontwerp van een melkveehouderij al rekening gehouden moet worden met het effect van de verlichting op de omgeving. De oriëntatie (dwars/lengterichting) van de stal ten opzichte van de omgeving, landschapselementen en bestaande bebouwing bepalen de zichtbaarheid van de stal en daarmee ook de lichthinder voor de omgeving.

Positionering lampen
Ook de positie van de lampen in de stal blijkt van groot belang. Door de lampen zo op te hangen dat de zijwanden niet onnodig worden verlicht en de lichtbron niet direct zichtbaar is vanuit de omgeving, kan lichthinder worden voorkomen.

Armaturen
Ten slotte kunnen de armaturen van de lampen verbeterd worden. Door de juiste behuizing voor de lamp te kiezen, kan de verlichting beter gericht worden en is er minder zicht op de lamp. Zo wordt de lichtuitstoot naar buiten beperkt.

De verantwoordelijkheid om de lichthinder door melkveestallen te verminderen, ligt bij de melkveehouderij zelf. Wanneer dit naar ons idee onvoldoende wordt opgepakt, zullen wij hiervoor aandacht vragen bij de sector.

Meer informatie
Lees hier de brochure ‘Belevingsonderzoek lichtemissie uit melkveestallen Groningen’ van de Natuur en Milieufederatie Groningen en LTO Noord. (pdf)