

Zoeken
15 maart 2019
Meer coöperatieve ontwikkeling van onderop en een betere landschappelijke inpassing vormen wat ons betreft de speerpunten voor het komende energiebeleid.
Overal in de provincie ploppen plannen voor grote zonnecentrales op. Maar de omgeving is zelden betrokken. Dat moet anders. In Assen-Zuid laten we zien dat dat kan. Hier ontwikkelt de Coöperatieve ontwikkelaar Bronnen VanOns samen met Engie een groot zonnepark van meer dan 21 Mw. Welke aanbevelingen geeft Klaas Dolsma, directeur van Bronnen VanOns de provinciale bestuurders mee voor de komende periode?
Voor realisering van grote duurzame energieprojecten gonst het van de geluiden over meer lokaal eigendom. Aan de andere kant zien we nog maar weinig van zulke projecten. Welke rol pakken jullie vanuit Bronnen VanOns op?
“Voor lokale energiecoöperaties is het ontwikkelen van grotere duurzame energie productie installaties vaak lastig omdat het hen als (veelal) vrijwilligers ontbreekt aan tijd en geld. Juist om dat te veranderen is Bronnen VanOns opgericht. Die kan als professionele organisatie bijvoorbeeld makkelijker kapitaal aantrekken. Bronnen VanOns doet dat altijd voor en met de lokale energiecoöperaties want daar zit ontzettend veel enthousiasme en kennis en de verbinding met de omgeving. Zo realiseren wij samen lokaal eigendom, zodat de lokale inwoners en bedrijven weer zeggenschap krijgen en de opbrengsten weer lokaal gebruikt kunnen worden voor nieuwe duurzaamheids- en/of leefbaarheidsprojecten.”
Wat zie je als de belangrijkste opgave voor de komende periode?
“Beleid, ontwikkelgeld en personeel. Om met het geld te beginnen, er is geld zat om te bouwen, maar voordat je kunt bouwen moet er eerst een ontwikkelproces uitgevoerd worden waarin er nog risico’s zijn dat het project niet gerealiseerd kan worden. Banken en overheden zijn nog steeds heel erg huiverig voor het voorfinancieren van deze ontwikkelkosten. Daar moet iets op verzonnen worden. Verder is het beleid van gemeenten en provincies nog onvoldoende ingericht op minimaal 50% eigendom voor de lokale omgeving. En tot slot is er een gebrek aan personeel, reden waarom we o.a. ons eigen opleidingstraject zijn gestart voor (bijna/pas) afgestudeerden.”
Wat is er dan nu echt nodig van de overheid?
“Allereerst moeten gemeenten in hun beleid verankeren dat het realiseren van duurzame energie productie installaties alleen maar kan als ze voor minimaal 50% in eigendom komen van de lokale inwoners en bedrijven. Daarnaast is het ontzettend belangrijk dat er een ontwikkelfonds komt voor de ontwikkelfase en een investeringsfonds voor de realisatiefase. Dat kunnen absoluut revolverende fondsen zijn, zodat dat de maatschappij geen geld gaat kosten. Maar om de lokale beweging echt te helpen zijn deze fondsen onontbeerlijk”